VBK Magazine

57 vlug een grof idee ontstaan waar de klepel hangt en waar het to- taal zinloos is om aan de slag te gaan. Echter, ook zullen al deze fases ons wel veel leren over het water en zijn ‘zones’, ze zullen ons echter nooit tot in detail de bo- dem leren kennen en vaak zullen we het verschil tussen een ‘aas- kuil’ een modderbodem of klei- bodemmoeilijk kunnen detec- teren met een dieptemeter of peilhengel. Een tool die ik graag gebruik in mijn visserij met een boot is een ‘prikstok’. Er zijn wel een paar merken die deze in hun gamma hebben. Persoonlijk heb ik deze van Nash, een ‘prodding stick’ als ik niet mis ben en het werktuig bevalt mij prima. Je kan er zelfs verschillende koppen op schroe- ven om zelfs staaltjes sediment mee naar boven te brengen. Gewapend met al deze tools is het mogelijk om een goed plek te vinden en deze correct te bevis- sen, echter is het nog altijd geen wet van Meden en Perzen, maar vooral een spelletje van trial and error. Wat me altijd al bezig gehouden heeft als visser, is dat we stee- vast op zoek gaan naar het ‘har- de’ plekje om onze hengel op te droppen. Waarschijnlijk komt dit door het feit dat we dan ‘ze- ker’ vissen en dat onze presenta- tie top ligt. Echter, ik kan mij niet van de indruk ontdoen, dat kar- pers liever in modderbodems azen, gewoon omdat Moeder Natuur voor meer voedsel zorgt in dat type bodem, denken we maar aan tubifex, slakjes, lar- ven etc. Een harde kale bodem spreekt niet echt aan om larven in te laten ontwikkelen en toch is het gros onder ons op zoek naar die harde plaat! Een tweede gegeven dat me ook wel fascineert zijn aaskuilen. Soms kan je bijvoorbeeld bij een vidange op zo een aaskuil sto- ten. Doorgaans een kuil die be- duidend dieper is dan de bodem errond. Je kan je dan natuurlijk als visser best afvragen hoe deze daar gekomen is? Hebben kar- pers hier zo dol zitten azen en al het sediment opgewoeld en ver- plaatst dat er echt kraters ont- staan? Stof tot nadenken! En waarom doen ze dit? Was er op deze plaats een explosie van na- tuurlijk voedsel? Liggen andere factoren zoals de aanwezigheid van mineralen aan de basis om hier zo gek op door te rammen? Ik herinner mij dat een paar jaar terug Kevin Nash uitlegde dat hij met Rock Salt voerde door zijn mix, en dat de karpers letterlijk een gat hadden gewoeld op zijn voerplek. Volgens hem enkel en alleen door toedoen van het Rock Salt in zijn mix. Het volgend voorjaar op Carp Zwolle werd er werkelijk op iede- re stand pakjes Rock Salt te koop aangeboden! Nu lijkt de hype weer over. Dan toch niet het ver- hoopte succes? Nogmaals stof tot nadenken. Wat betreft Rock Salt ben ik wel degelijk overtuigd van de goede werking, maar ik denk maar een paar weken of maanden per jaar, als de vissen echt op zoek zijn naar mineralen. Volgens mij doen ze dit niet con- stant en hebben ze er maar nu en dan nood aan. Ik dwaalde even af en ik denk echt wel dat kuilen in de bodem twee oorzaken kunnen hebben, de eerste denk ik dan spontaan aan een concentratie van na- tuurlijk voedsel, het tweede zou kunnen zijn een concentratie aan mineralen die vissen ook wel no- dig hebben voor hun groei en bloei. Nodeloos te zeggen dat in- dien je deze spots kan vinden het echt wel een ‘golden spot’ is. Meer dan 25 jaar terug zag ik eens zo een clevere karpervisser langs het Kempisch Kanaal strui- nen met een vaste hengel. Aan de vaste hengel een dobber en een zwaar peillood. Toen had ik echt niet door waar die mee bezig was, nu zoveel jaren later (trial and error) weet je wel, heb ik het wel door. Die kerel was gewoon aaskuilen aan het zoeken in de kant (max 7 meter uit de oever). De ‘golden spot’ vinden is vaak niet simpel, maar weet dat hij be- staat en eenmaal gevonden kan het echt helemaal los gaan. Vinnie, Ben, wat denken jul- lie? Kunnen jullie hierop verder breien? Alvast dank namens mezelf en het VBK! BijdrageVincentVan denAbeele Thegoldenspot Ik ben Vincent Van den Abeele, reeds meer dan 15 jaar actief in de karpervisserij en wil graag mijn inkijk op dit onderwerp met jul- lie delen. Ik zal even mijn visserij beschrij- ven zodat jullie kunnen volgen in welke omstandigheden ik dit toepas. Ik ben ei- genlijk een allrounder die zowel op mid- delgrote vijvers, kleine rivieren als gro- te meren in België vis, maar ook op grote Franse stuwmeren en rivieren. Mijn voor- keur gaat voornamelijk uit naar werpend vissen of gebruik makend van een Zodiac. In deze 2 technieken wil ik jullie even mee- nemen naar hoe ik mijn spots steeds zoek/ kies om het optimale resultaat te krijgen. Bij de werpende visserij, ben je vooral af- hankelijk van de zone die je bereikbaar hebt. Kan je 80 m of 120 m ver werpen, zal je bevisbare zone inkrimpen of vergroten. Echter kies ik er meestal voor om niet ver- der dan 100 m ver te vissen, dit omdat je dan de spot steeds kan bevissen, ook bij een hevige wind recht op kop. Ik kan ech- ter duidelijk zijn dat ik meestal zelfs bin- nen een zone van 60 m werpafstand blijf, omdat ik dan het aas ook steeds op de spot krijg. Wel op voorwaarde dat het water er zich natuurlijk toe leent en er zich mooie spots binnen deze afstand bevinden. De verkenning van een water zal steeds gebeuren met één hengel, voorzien van gevlochten lijn en een werplood van ongeveer 120 gr, een schriftje en wrap- pingsticks. Ik ga elke stek eens afwer- Rock Salt Chris Vandenhaute: de ‘golden spot’vinden is meestal de sleutel tot succes ’Feature Finder,’ideaal om de bodem af te tasten

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=